Sint-Ursmarus werd geboren in het midden van de zevende eeuw te Floyon in Thiérace - een dorpje nabij Avesnes aan de Samber - vermoedelijk in 644.
Door zijn christelijke levenswandel werd hij al vlug leerling van de H. Amandus die hem in 670 tot priester wijdde. Met het kruis in de hand doorkruiste hij de streek tot ver buiten zijn geboortedorp.
Volgens overlevering was het Pepijn van Herstal die Ursmarus benoemde aan het hoofd van de abdij van Lobbes aan de Samber nabij Thuin. Ursmarus deed de abdij een grote bloei kennen. Terwijl hij met zijn helpers - de H. Bavo, de H. Livinus, de H. Eligius enz. - in onze streken predikte, groeiden de bezittingen door giften verkregen. Vele heidenen bracht hij tot het christendom.
Het was de H. Sergius I, die in die tijd paus van Rome was, die zijn bekeringsijver zo waardeerde dat hij Ursmarus tot bisschop wijdde.
Als bisschop trok hij naar Aalst, Brugge, Oostende, Sluis, Oudenburg om te prediken en door zijn veelvuldige mirakelen kwam het zover dat hij die gewesten bekeerde. Net als zijn leermeester kreeg hij als bijnaam “De apostel van Vlaanderen”.
De roem van de bisschop verspreidde zich vlug en een machtig heer Singulfus schonk hem zijn hof “Singulfusheim”(nu aan Leierwaarde, Zegelsem) en andere onroerende goederen in de omgeving, (o.a. watermolens zoals de Perlinckmolen, een brouwerij en heel veel gronden. (Zie deze site: rubriek: Vroeger en nu > Algemene geschiedenis.)
Het is niet zeker, zelfs onwaarschijnlijk, dat Sint-Ursmarus persoonlijk in Zegelsem heeft gepredikt. Wel staat vast dat Zegelsem zijn christendom te danken heeft aan de Benedictijnerabdij te Lobbes die de eerste kerk heeft opgericht.
Na menige ziekelijke jaren stierf Ursmarus op 19 april 713 en werd begraven in de kerk van de H. Maria te Lobbes die hij zelf had laten bouwen. Het vertrouwen dat de mensen in hem hadden verminderde niet na zijn dood. Zijn graf werd een waar bedevaartsoord. Op 26 maart 823 werd St.-Ursmarus heilig verklaard door paus Paschalis I.
Vroeger, voor 1946, kon men in Zegelsem bedevaartvaantjes, medailles (schapuliers) , litanies en boekjes met de levensschets van de H.-Ursmarus kopen. Er werden litanie-boekjes gevonden uit: 1841, 1869 en 1953. Deze laatste editie werd gedrukt bij: Joseph Van Der Donckt, Koster, Zegelsem. Op de steendrukplaat van het oudste litanieblaadje (zie foto) is het duidelijk dat de mensen, bij St.-Ursmarus de zegen kwamen afsmeken om bevrijd te blijven van alle besmettelijke ziekten, als mond- en klauwzeer onder het hoornvee en zelfs om gespaard te blijven van andere speciale ziektes onder de mensen.
Het bedevaartvaantje werd herdrukt naar aanleiding van de grootse viering 200 jaar St. Ursmaruskerk in 1983 met als hoofding: “1783-Kerkfeesten-1983” Uit een parochieweekblad van 1947 weten we dat 250 jaar eerder de Abdij van Lobbes een deel van de Kazuifel en van de gebeenten van de H. Ursmarus aan de kerk van Zegelsem heeft geschonken. Telkens op 19 april - de verjaardag van het overlijden van de St.-Ursmarus - hield in de vroegmis en de hoogmis de predikant een sermoen over de heilige. In de namiddag tussen de vespers en het lof geschiedde een plechtige ommegang rond de kerk om een goede oogst te verkrijgen. Ook de litanie van de Heilige werd gebeden en de viering eindigde met het zegenen van de aanwezigen met de relikwie. Een gebruik dat vele jaren later nog geschiedde na elke eucharistieviering.
Het rechter zijaltaar in de kerk is aan de H.Ursmarus toegewijd en daarin prijkt zijn mooi groot houten beeld met onder zijn voeten een verpletterde draak (zie foto). Naast het altaar hangt een groot schilderij (1845) van Domien Bernage uit Oudenaarde waarop de Bisschop een groep mensen zegent, met in de linkerhoek de kop van een koe. Ook op een deel van de vroegere kommuniebank (nu paneel onder het altaar) staat St.-Ursmarus afgebeeld.
Reeds in het portaal van de kerk verwelkomt een gepolychromeerd plaasteren beeld van de Heilige de bezoekers. En vooraan links in de kerk, tegen de pilaar, trekt een nog prachtiger gepolychromeerd houten beeld van de patroonheilige onze aandacht. Dat beeld stond jarenlang in een buitennis van de kerk maar ter gelegenheid van de 200 jarige viering van het huidig kerkgebouw in 1983 werd het kunstig gerestaureerd door Broeder Andreas Vanvlasselaer van het Monasterium Mariakluizen te Zegelsem (overleden in 2009) en kreeg het een ereplaats binnen in de kerk.