Via de achtereenvolgende nummers van het driemaandelijks tijdschrift Triverius leren wij wat het weekblad De Beiaard zowat honderd jaar geleden schreef over Zegelsem:
D.B.17 december 1904: Brand:
“ De hofstede van schepen Petrus Van Coppenolle is zaterdag door een geweldige brand in de as gelegd. De ramp wordt aan kwaadwilligheid toegeschreven. Het vuur brak uit rond 6 uur langs de kant van de boomgaard. Slechts enkele koebeesten konden worden gered. Zes koebeesten, twaalf varkens en tachtig kiekens alsook al het boerenalaam, klederen enz… zijn in de brand gebleven. Dank aan de moedige tussenkomst van de gendarmerie van Nederbrakel die nog een stier, een veulen en een varken heeft kunnen redden. De hofstede was verzekerd voor 27.000 frank. Op 9 november brandde ook nog een stromijt van M.P. Van Coppenolle. Deze brand werd eveneens aan kwaadwilligheid toegeschreven. Het parket stelt een onderzoek in.” (Triverius, oktober 2004).
Nog niet bevestigde bronnen menen dat het hier om het huidige hof Van de Walle in de Hauwstraat ging.
D.B. 22 april 1905: Tram (1):
“ Te Zegelsem zijn ze nu zot van op den tram te zitten. Piet en Trees hebben er op gezeten met heel hun huisgezin: mee konijnen in nen ponder, met nen hond op de schoot en nog twee poezeminnekes erbij”. (Triverius, april 2005).
D.B. 01 juli 1905: Tram (2):
Daar zat een jonge flinke uffra op den tram… en ja alzoo wat te kornieus zijn… geerne alles zien… ze heeft zich te verre geriskeerd om over de leuning van de tram te hangen… en hare haarklessen zijn blijven vasthangen in de haag van Mevr. Wed. Morre… ’t Was wel dat er de trambediende tussenkwam of ze kost gemakkelijk varen gelijk Absalon.” (Triverius, juli 2005).
D.B. 23 december 1905: Onderpastoors:
- E.H. Van Achter, onderpastoor te Zegelsem, is benoemd als pastoor in Wanzele.
- E.H. Herpelinck, coadjutor te Stekene, is benoemd te Zegelsem als onderpastoor.